Vandaag ben ik gestart als adviseur Kinderwerk bij Surplus.
Verschillende gemeentes in West-Brabant zien steeds meer problematiek bij kinderen. De afgelopen jaren hebben duidelijk gemaakt hoe kwetsbaar de inwoners in verschillende wijken zijn. Problemen van ouders vertalen zich op een of andere wijze altijd naar uitdagingen voor de kinderen.
Kinderen ontwikkelen zich door te spelen, door ergens aan mee te doen. Het is niet meer vanzelfsprekend dat kinderen in contact komen met verschillende sporten, kennis maken met de natuur, hun creatieve talenten ontdekken of op een andere manier geprikkeld worden. De buitenschoolse oriëntatie op wat het leven allemaal te bieden heeft, wordt steeds meer bepaald door de (financiële) mogelijkheden die ouders en gemeenschap ter beschikking hebben.
Het basisonderwijs signaleert kwetsbaarheden bij haar leerlingen. Maar de meester en juf hebben het al hartstikke druk met het halen van de onderwijstaken. Het Centrum voor Jeugd en Gezin is dan vaak de volgende stap. Hier zijn dan weer wachtlijsten. Het herintroduceren van kinderwerk lijkt dan een logische stap.
Kinderwerk is echt een aparte discipline in het sociaal cultureel werk. Het is totaal anders dan bijvoorbeeld jongerenwerk of het vak van jeugdprofessional. Samen met de professionals van Surplus ga ik onderzoeken hoe kinderwerk het beste ingericht kan worden. Waar moet het aan voldoen? Wat zijn de grenzen? Welke kaders liggen er? Wat is de rol van ouders? Hoe zorg je ervoor dat kinderwerk geen jeugdzorg wordt? Allemaal vragen om de komende maanden te beantwoorden.
Een gave, interessante en uitdagende klus. Als je zo’n opdracht dan ook nog aftrapt in het mooiste en meest sfeervolle stadion van Nederland, dan kan je toch eigenlijk geen betere start hebben? Hup NAC!